De toekomst van het internet (4): Partijen met de meeste data zullen overwinnen

1 november 2010, 11:45

Op 22 september organiseerde IQNOMY Liquid Internet, tijdens PICNIC 2010, de Rondetafelsessie ‘The Next Wave: Liquid Internet’. Dé experts op het gebied van internet in Nederland verzamelden zich om met elkaar te discussiëren over de toekomst van het internet. Eerder deed ik al verslag van de eerste, tweede en derde stelling die behandeld zijn tijdens deze sessie. Vandaag is het tijd voor de vierde.

Binnenkort zal ik in een volgende blogposting de laatste stelling bespreken, ondersteund door videobeelden van de sessie. In deze post een verslag van de discussie omtrent de vierde stelling:

Partijen met de meeste data zullen overwinnen

Macht door data; bestaat dat?

Een interessante discussie. Vooral door de vele invalshoeken van dit onderwerp. Want wanneer je gaat nadenken over de macht van online partijen die over onze persoonlijke data beschikken, dan reizen er veel vragen. Is het bijvoorbeeld überhaupt mogelijk om persoonlijke data van anderen te bezitten? En als dat zo zou zijn, betekent dat dan automatisch macht, of juist het tegenovergestelde? En kun je eigenlijk ooit spreken van overwinnen in een wereld waarin het blijkbaar mogelijk is dat de -in onze ogen- meest stabiele machten van onze samenleving (bijvoorbeeld banken) ‘zomaar’ als puddingbroodjes in elkaar kunnen zakken?

Toen was macht nog heel gewoon

Vroeger was alles anders, en was deze stelling eenvoudiger te verdedigen dan nu. Want voorheen betekende data inderdaad macht. Hoe meer data je bezat, bijvoorbeeld adressenbestanden en e-mail lijsten, hoe meer mensen je kon benaderen en hoe groter de kans was dat je hier op één of andere manier profijt uit kon halen.

Tegenwoordig ligt dat anders. Doordat het thema privacy steeds belangrijker is geworden, zijn wetten zoals de Wet bescherming Persoonsgegevens en de nieuwe Telecommunicatiewet aangescherpt en uitgebreid. Deze wetten zorgen ervoor dat bedrijven en instellingen niet met onze persoonlijke data aan de haal kunnen gaan.

Partijen die over exorbitant veel persoonlijke data beschikken, zoals Facebook en Google, kunnen dit dus niet zomaar omzetten naar commerciële waarde. Maar daarmee houdt het vraagstuk over macht natuurlijk niet op. Want het hebben van toegang tot deze data, zelfs wanneer alle wetten worden gerespecteerd, biedt nog steeds ontzettend veel mogelijkheden. Bijvoorbeeld wanneer we kijken naar de ontwikkelingen van het internet en de opkomst van de applicaties (zie mijn blog over de vorige stelling).

Het voortouw

Partijen zoals Facebook en Google kunnen in dit proces met hun dataschat relatief eenvoudig het voortouw nemen. Zij kunnen namelijk met hun kennis en inzicht makkelijker nieuwe applicaties bouwen en verspreiden. Vooral wanneer we er vanuit gaan dat de toekomst van het internet steeds meer gaat leunen op de ontwikkeling van applicaties, dan weten we dat deze partijen ook in de toekomst steeds meer terrein zullen gaan winnen. Op dit punt betekent data dus inderdaad macht.

Maar voor hoe lang?

Deze conclusie brengt ons bij een belangrijke vraag: is macht eigenlijk nog wel macht? Want de macht van deze partijen komt voort uit de beschikking over online persoonlijke data. Maar ‘beschikken over’ betekent nog niet dat je de data ook daadwerkelijk bezit. En een bezitter is altijd nog machtiger dan een beschikker.

Verwacht wordt dat er een tijd komt waarin de macht compleet overgaat naar de bezitter van de data. De individu dus. Tenminste, als dat nu al niet het geval is. Want in feite bezitten Facebook en Google helemaal geen data. Maar zoals ook al in de eerste stelling naar voren kwam, hebben individuen vaak nog geen flauw idee wat er allemaal over hen wordt vastgelegd. Als het inzicht hierin bij de gebruiker gaat toenemen, dan komt er een moment waarop zij hard met de vuist op tafel slaan. Kleine initiatieven op dit gebied zie je nu al ontstaan. Een voorbeeld is de Facebook Users Union. Zij vinden dat Facebook de gebruikers terug moeten gaan betalen omdat zij zijn uitgegroeid tot een miljardenbedrijf enkel en alleen door onze persoonlijke informatie.

Een ‘boiling point’ bij de gebruikers is nog ver weg. Maar als het ooit zover komt… Dan hebben Facebook en Google toch helemaal niks meer? Wanneer dit ‘boiling point’ precies komt is niet te voorspellen. Maar het proces zou ironisch genoeg door de Facebooks en Googles van deze wereld zelf versneld kunnen worden. De praktijk wijst namelijk uit dat macht moeilijk is vast te houden. Bij veel macht hoort commerciële verleiding en die zijn door de management teams van dergelijke bedrijven maar moeilijk te weerstaan. Je ziet het nu al gebeuren met Google die verleid wordt door beurskoersen. Je moet als machtige club dus wel er ideologisch in elkaar steken om hier weerstand aan te kunnen blijven bieden.

Wie klein is moet slim zijn

Dat partijen met veel data de macht houden is dus erg onzeker. Dat ze relatief eenvoudig groot kunnen blijven lijkt voor de hand te liggen. Maar dat betekent niet dat er geen ruimte meer is voor andere, kleinere initiatieven. Integendeel zelfs. De grote partijen zullen uiteindelijk de standaarden voor onderlinge communicatie tussen applicaties gaan bepalen, maar de creativiteit zal komen uit kleine hoek. Want de kleine partijen zullen met deze standaarden juist aan de slag gaan om het naar een hoger niveau te trekken.

Internet gaat over veel meer dan alleen over data. Het gaat erom wat je met de data doet. In dat opzicht zullen de grote clubs als Facebook en Google de grote lijnen definiëren, maar ligt de innovatieve macht bij de kleine partijen die ‘groot’ zijn binnen hun eigen niche.

Eigenlijk ook logisch. Want als we één ding hebben geleerd van de afgelopen 15 jaar, dan is het wel dat we ons niet teveel moet focussen op de grote instituten. Die vallen zo hard.

De deelnemers aan de Rondetafelsessie

Marco Derksen | @Marketingfacts oprichter Marketingfacts en voorzitter van de sessie.

Erwin Blom | @erwblo: mede-oprichter van The Crowds en onder meer jurylid van de Spin Awards.

Geert-Jan Smits | @rappesmits: oprichter van internetadviesbureau Jungle Minds.

René Jansen | @renejansen: gepassioneerd verteller en eigenaar managing partner van Winkwaves.

Yme Bosma | @yme: manager Business Development & Partnerships bij Hyves.

Yuri van Geest | @vangeest: hoofd van Emerging Technologies / Singularity bij THNK.

Erwin Sigterman | @zzziggyman: trendwatcher en blogger op Frankwatching.

Iskander Smit | @iskandr: strategy director bij Info.nl.

Ruben Timmerman | @rubzie: oprichter en eigenaar van Eduhub.

Rob Boeyink | @robboeyink: oprichter en eigenaar van IQNOMY, AskNow Solutions en gezondheidscommunity.nl.

De toekomst van privacy

In mijn volgende blogposting ga ik in op de stelling die te maken heeft met de toekomst van privacy. Een thema dat bij elke andere stelling ook al werd aangestipt. Is privacy wel echt zo belangrijk als we nu vaak denken? Of overdrijven we het een beetje en heeft de weerstand voornamelijk te maken met de onwetendheid van de gebruiker?

Wat denken jullie?

Michiel Gerbranda
Oprichter / Eigenaar bij OOGT Communicatie

Brandbuilder: hoping to change the world by creating inspiring brands. Founder/Owner of OOGT.nl and in Pizza-rehab.

Categorie
Tags

3 Reacties

    Anders

    Een boiling point zal nooit bereikt worden. Nimmer. Persoonsgegevens worden steeds meer een commodity en dan is het heel simpel: de gebruiker gaat keuzes krijgen. Hoe meer persoonsgegevens hij wil prijsgeven, hoe goedkoper zijn product of dienst wordt, of hoe meer functionaliteiten en voordelen hij geniet. Omdat de gebruiker dat volledig in eigen hand heeft, zal bijna geen enkele gebruiker zich nog druk maken om de hoeveelheid gegevens die worden verzameld. Tegelijkertijd zal onherroepelijk blijken dat een groot deel van de gebruikers bereid zal zijn veel persoonsgegevens af te staan in ruil voor voordelen.

    Wat betreft macht, Facebook is nog teveel MySpace en te weinig Google om in relatief veilige haven te zijn. Google heeft zich via tal van secundaire diensten zeer stevig verankerd in het dagelijkse gebruik van de gemiddelde consument, terwijl Facebook nog vooral een sociaal netwerk is. Het is nog te inwisselbaar en zal, nu het nog booming is, in snel tempo andere kanalen en diensten op moeten zetten waarmee het zijn eigen onmisbaarheid gaat borgen.Hyves lijkt dat nu te gaan doen in samenwerking met T-Mobile en De Telegraaf, maar je kunt je afvragen of ze daar niet al twee jaar te laat mee zijn. Aan niet-verhandelbare persoonsgegevens heeft een sociaal netwerk immers weinig meer op het moment dat ze passé zijn.


    1 november 2010 om 12:37
    chi666

    Goede beschouwing Anders, inderdaad betwijfel ik ook of het boiling point ooit bereikt wordt. We zijn daar ook altijd mee bezig geweest, met die discussies, in de jaren ’70 toen Kodak de eerste camera ontwikkelde was er een grote privacy rel. Plots kon je dingen vastleggen die op straat plaatsvonden, dat was privacy gevoelig.


    1 november 2010 om 15:42

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!