Gisterochtend meldde About Blank dat weblogster Cinner beboet was. Wat is het geval? Jaren geleden, in de storm van een discussie over het bestaan van de ziekte ME waar zij destijds veel over schreef, citeerde ze een artikel uit de NRC. Dit deed ze mèt bronvermelding en een link. En precies dat laatste is hetgene dat haar nu een boete oplevert. Dat maakt het immers makkelijk te googlen.
Er was geen mailtje van de auteur met het verzoek het artikel (wat diep in het archief zat en nooit meer werd opgevraagd) te verwijderen. Nee een bureau dat de belangen van de auteur behartigt stuurde direct een vette factuur van 510 Euro. O, een klein detail. Als Cinner binnen twee weken betaalt hoeft ze maar de helft te betalen.
Cinner maakte van schrik haar archief leeg, maar schrijft inmiddels weer. Nu staat dit incident niet op zichzelf. De afdeling van Ango in Den Bosch kreeg bijvoorbeeld een boete van ruim 1000 euro van een bureau genaamd Cozz Mos. Saillant detail daar is dat het bureau dat de boete oplegde op naam staat van de auteur die haar rechten geschonden ziet.
‘Uw auteursrecht beschermen en tegelijkertijd meer aan uw artikelen verdienen? Sluit u aan bij internetplatform COZZMOSS!’
Deze wervende tekst vind je op de site van Cozz Mos. Meer verdienen doe je dan dus met het beboeten van webloggers. Wettelijk mag de auteur dan met deze wet uit 1912, lang voor er internet bestond, in zijn/haar recht staan, maar ik vraag me wel af hoe een rechter hiermee in 2007 zou omgaan.
Misschien wordt het tijd voor een (proef)proces? Of was dat er misschien al?