Ieteke Schouten (Peerby): “Bezit doet er niet meer toe, belangrijker is waar je toegang toe hebt”

6 oktober 2015, 05:00

Met het internet als wapen maken startups en grote bedrijven die zich als zodanig vermommen (zoals Airbnb en Uber) gehakt van eeuwenoude economische wetten. De macht verschuift steeds meer van aanbieder naar vrager. Eigendom is passé, toegang is veel belangrijker. Een sympathieke exponent van die beweging is Peerby, de Nederlandse startup waarmee je spullen kunt lenen van mensen in je buurt. Een gesprek met hoofd communicatie Ieteke Schouten over Peerby, hun campagnes, de deeleconomie en startups. “Wist je dat de mens heel gelukkig wordt van spullen uitlenen?” Peerby is bedacht door Daan Weddepohl, eens consultant bij Fortis. Hij bezat een mooi appartement, prijsde zich gelukkig met een fijne vriendin en een hele grote auto. Je begrijpt: het ging hem voor de wind. Maar toen zijn huis letterlijk in vlammen op ging, verloor hij alles. En wat doe je als je niets meer hebt? Dan vraag je hulp aan je naasten.

Hoe is het idee van Peerby ontstaan?

“Toen Daan zijn hand moest ophouden in tijden van nood, leerde hij dat mensen hem graag helpen. Sterker nog: mensen werden daar blij van. Deze realisatie en zijn passie, internettechnologie, maakten samen Buurhuur. Een communicatieplatform voor buren dat vraag en aanbod van spullen inzichtelijk maakt in jouw buurt. Na een jaar werd Buurhuur omgedoopt tot Peerby.”

Op welk probleem speelt Peerby in?

“In veel wijken in Nederland is er een overschot aan spullen. In mijn wijk in Amsterdam-Noord zijn bijvoorbeeld veel te veel grasmaaiers. Met vijf grasmaaiers, als je die goed verdeelt, heb je genoeg maaikracht om alle gazonnetjes van de buurt te maaien. Tegelijkertijd is dat goed voor het milieu, omdat er minder grasmachines nodig zijn en daardoor de productie afneemt.”

Hoe werkt het?

“Het algoritme achter Peerby belt – figuurlijk – bij je buren aan. Dit hoef je zelf niet te doen. Zo krijg je door Peerby toegang – oftewel access – tot een tuinslang van je buren. Peerby maakt zo access belangrijker dan ownership. Je hebt zelf geen schuurmachine, slijptol en hogedrukspuit meer nodig, want je leent die door Peerby makkelijk van je buur. Uniek aan Peerby is dat het platform werkt vanuit de vraagkant, in tegenstelling tot andere leenplatforms.”

“Het algoritme achter Peerby belt – figuurlijk – bij je buren aan”

Hoe won Peerby aan naamsbekendheid?

“Eind 2011 werd ik aangenomen als hoofd communicatie. Mijn idee was om Peerby in vier buurten van Amsterdam te introduceren. Eén buurt per maand. In elke buurt zochten we naar organisaties die zich al bezig houden met het verbeteren van de buurtcohesie. Een voorbeeld daarvan is BoloBoost. Via BoloBoost’s netwerk konden we lokaal over ons idee vertellen.”

“BoloBoost is een platform van en voor bewoners van Bos en Lommer (Bolo), het doel is om van deze buurt in alle opzichten een nog fijnere buurt te maken.”

En toen ging het rap?

“De eerste ruil beloonden we met een kilo chocola. We trokken hen bijna letterlijk over de streep. Dat verhaal deelden we op lokale Facebook-pagina’s. Zo werden de bewoners van Amsterdam en daarbuiten zich bewust van de kracht van het (uit)lenen van spullen en dus van Peerby.”

“Dit zorgde voor een verandering in het (leen)gedrag van mensen. Door een kritieke massa Peerby te laten ervaren, dijde het verhaal langzaam uit. Toen ging het snel. Van een buurt in Amsterdam naar groot Amsterdam tot de randstad en daarbuiten. Een terechte verandering, want uit later onderzoek bleek dat de mens heel gelukkig wordt van het uitlenen van zijn of haar spullen.”

Peerby excelleerde door The Founder Institute, Rockstart en Techstars. Wat zijn voor- en nadelen van accelerators?

“Daar zitten voornamelijk voordelen aan. Bij The Founder Institute word je opgeleid tot entrepreneur. Als je niet in je verhaal gelooft, word je nooit een ondernemer. Dat is hun les. Door Rockstart opent er een enorm Nederlands netwerk. Dat is ook zo bij Techstars, alleen is dat een gigantisch internationaal netwerk. Je wordt deel van een enorme startupfamilie.”

“Zo kun je Oscar (Kneppers, red.) en Jon Bradford altijd bellen voor tips. Dat is een voordeel. Nadeel is dat je soms ook aan je bedrijf wilt bouwen. Bij accelerators krijg je daarover veel advies. Soms iets teveel, waardoor goed van slecht advies moeilijk te scheiden is. Daarom is het raadzaam om je eigen verhaal heel scherp te krijgen, daar goed over na te denken en honderd procent achter te blijven staan.”

The Founder Institute is ’s werelds grootste entrepreneurtraining en startup launch-programma. Rockstart is een Amsterdamse startup-accelerator en Techstars is een Ivy league accelerator uit Canada en de VS.

Uit welke componenten bestaat jullie verhaal?

“We proberen bij Peerby drie punten te combineren: het leenplatform is beter voor je portemonnee, je buurt en je planeet. Je geeft minder geld uit aan spullen omdat je ze ook kunt lenen (goed voor de knip). Het is goed voor de buurt, want je schudt de hand van een buurman die je eerder niet kende. En de planeet gaat erop vooruit, omdat er minder spullen worden geproduceerd. Dat zorgt voor minder CO²-uitstoot.”

Maar is dat ook niet ergens paradoxaal: als mensen geen spullen meer kopen, kunnen ze ook niks uitlenen. En dat is juist waar mensen gelukkig van worden.

“Gemiddeld wordt een boor maar 12 minuten in zijn leven gebruikt. Wij komen met een efficiëntere manier van producten gebruiken. We verbinden schaarste en overvloed met elkaar om zo extra duurzaam met spullen om te gaan.”

“Wel experimenteren we met verhuur van items. De eigenaar van de boor ontvangt dan geld, om in de toekomst een betere en kostenefficiënte boor te kopen, die langer meegaat en dus langer kan worden gedeeld.”

Peerby maakt gebruik van de deeleconomie. Daar is veel over geschreven. Is deze economievorm blijvend?

“Absoluut! Ik denk dat het geen trend is zoals iedereen nu spaanplaat gebruikt voor hun vloer. Dat is tijdelijk in de mode. De deeleconomie blijft. Zo is Amsterdam sinds 2 februari 2015 als eerste in Europa een ‘Sharing City’ geworden. En, in navolging van Seoul, de tweede Sharing City ter wereld. Een hele goede ontwikkeling, want ik denk dat door de snelle groei van Amsterdam en andere wereldsteden we meer moeten gaan delen. Niet alleen boormachines, maar ook parkeerplaatsen en huizen.”

“De deeleconomie blijft”

Wat zijn de lessen die we kunnen leren van een startup als Peerby?

“Misschien is het goed om te beginnen met de definitie van een startup. Zolang je geen schaalbaarheid bereikt, heb je nog geen bewezen businessmodel gevonden en mag je jezelf een startup noemen. (A startup is an organization formed to search for a repeatable and scalable business model, red.)”

“Je bent dus constant op zoek naar wat wel werkt en wat niet. Dat wordt ook wel de Lean Startup-methode genoemd. Je probeert zoveel mogelijk uit, durft fouten te maken en als het mis gaat, ga je nadenken over wat er beter kon. Deze manier van werken zorgt ervoor dat je verbetert. Van fouten maken leer je en innoveer je: get out of the building wordt dat genoemd.”

“Wat veel bedrijven nu doen, is gebruikmaken van de watervalmethode. Bij deze methode is de blik op het einddoel gericht, waardoor het tussentijdse proces helemaal wordt vergeten. Terwijl dat juist het belangrijkst is.”

Wat heb jij persoonlijk geleerd bij Peerby, wat je met ons wilt delen?

“Als je een idee hebt, dan moet je het uitproberen. Doe The Mom Test. Ga na of een idee sociaal wenselijk is. Of mensen er op zitten te wachten. En gebruik hun feedback om je eigen idee aan te passen. Terug naar de tekentafel en weer naar je moeder. En: als je een idee hebt ga het dan gewoon uitvoeren. Ga niet zitten wachten, want dan gebeurt er natuurlijk helemaal niks.”

“Eerst dacht ik dat Peerby zijn groei te danken hand aan de tijdsgeest. Denk aan de economische crisis. Mensen hadden minder en moesten daarom meer lenen. Natuurlijk geeft ons product een oplossing voor een concreet probleem. Maar nu we langzaam uit de recessie kruipen, begin ik steeds meer in te zien dat ons succes gebaseerd is op de positieve gevoelens die we teweegbrengen bij onze gebruikers. Dat is waar het om draait.”

Dit interview vond plaats in het kader van het 16-jarig bestaan van BKB | Het Campagnebureau. In totaal zijn 11 experts geïnterviewd, je vindt alle interviews terug op bkb16.nl. In deze serie verscheen op Marketingfacts eerder: Social media bij KLM: “Het enige wat je kunt doen, is go with the flow”, Vincent Reinders (22tracks): “Algoritmes zijn geen muziekliefhebbers” en Sporttrendwatcher Gijsbregt Brouwer: “Wij maken geen campagneplan, maar een contentplan”.

Alle foto’s zijn gemaakt door Eva van Rijnberk van BKB.

rjans
Creatief strateeg bij BKB | Het Campagnebureau

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!