De deeleconomie heeft platformen als Uber nodig

9 december 2014, 08:30

Polarisatie helpt de deeleconomie niet verder

Na een periode van hosanna-verhalen over de deeleconomie steekt een steeds straffere wind van kritiek op: bedrijven die de deeleconomie prediken, houden ons voor de gek en het is de wolf van het aloude kapitalisme in schaapskleren. De uitzending van Tegenlicht van vorige week zondag was daarvan een goed voorbeeld. De discussie lijkt nu te verengen tot een discussie ‘voor’ of ‘tegen’ en ‘goed’ of ‘slecht’. Als samenleving komen we daar uiteindelijk niet verder mee. We hebben grote behoefte aan nieuwe initiatieven en innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, aan nieuwe diensten die onze welvaart en welzijn vergroten. Waarbij slim gebruikgemaakt wordt van de nieuwe mogelijkheden die digitalisering en verbondenheid bieden voor samenwerking op uiteenlopende manieren.

Als we de dynamiek van het nieuwe samenwerken begrijpen, kan de overheid – indien nodig – ook gericht ingrijpen als er zaken misgaan of als we als samenleving zaken anders willen. Dat dit niet eenvoudig is, bleek gisteren nog toen de rechter oordeelde dat de taxidienst UberPOP illegaal is. Een goed voorbeeld hoe nieuwe innovatieve diensten botsen met bestaande regels. Hoe kunnen nieuwe diensten de ruimte krijgen maar tegelijkertijd publieke en collectieve belangen worden gewaardborgd?

De rol van platformen in de deeleconomie

Dankzij internet zijn er nieuwe mogelijkheden om samen te werken en te delen. Wat begon met het delen van onze gedachten en emoties, is inmiddels aan een tweede leven toe: het delen van fysieke goederen en het leveren van diensten. Er zijn levendige gemeenschappen van doe-het-zelvers en peertopeer-delers ontstaan: nieuwe commerciële dienstverleners zijn erop zijn ingesprongen.

Bestaande spelers, bedrijven en overheden, hebben geëxperimenteerd met crowdsourcing en zien nieuwe manieren om bestaande producten en diensten aan te bieden met behulp van hun klanten en een deel van de productie uit handen te geven. Opgeteld is er een heel spectrum aan mogelijkheden voor samenwerking aangeduid met verschillende begrippen: sharing economy, coproduction, collaborative economy, crowdsourcing.

Kenmerkend voor vrijwel al deze initiatieven is dat platformen een cruciale intermediaire functie vervullen. Ze coördineren de afstemming tussen vraag en aanbod. Ze bieden een belangrijke ondersteuning aan gebruikers. De ervaring leert dat als de ‘crowd’ het zelf doet, er al snel de klad in komt: het animo neemt af, er ontstaan losse eindjes en de continuïteit komt in het gedrang.

Bovendien worden de mogelijkheden van het samen delen niet ten volle benut. Doe-het-zelven en zelf aanrommelen is leuk voor fanatieke en gecommitteerde gebruikers of kleine, hechte gemeenschappen, maar de echte potentie van de deeleconomie zit op langere termijn bij het grote publiek.

Daarnaast willen we gemak: een makkelijke website of app, snel, flexibel en op maat gebruik maken van diensten en producten van hoge kwaliteit, wanneer het ons uitkomt en het liefst vrijblijvend, zonder langetermijnverplichtingen. Om dit alles economisch werkend te krijgen en duurzaam te houden zijn partijen nodig die faciliteren, organiseren, bemiddelen en zorgen voor continuïteit en indien nodig investeren in infrastructuren, denk aan: de mobiele netwerken en mobiele apparaten met al die leuke apps, betaalsystemen, wegen en meer.

Daarom springen steeds meer professionele dienstverleners in dit gat in de markt. Als platformproviders bieden zij vaak meer dan een eenvoudige website. Ze zorgen voor een marktplaats, investeren in een (fysieke) infrastructuur, doen aan marketing, zorgen voor herkenbare en soms gestandaardiseerde producten, zorgen voor controle van onder andere kwaliteit en zorgen voor snel opschalen. Nuttige functies die de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komen.

In ruil daarvoor berekenen de meeste platformproviders een percentage per transactie: bijvoorbeeld per taxi-ritje of per gedownloade app. Sommigen zien deze ‘bemiddeling’ door platformproviders als een vorm van uitbuiting maar je zou het ook als een nuttige functie in de markt kunnen zien die zorgt voor continuïteit en voor banen. Platformen zorgen ervoor dat de deeleconomie duurzaam kan werken.

Uber als voorbeeld

Het controversiële bedrijf Uber is een goed voorbeeld van zo’n platformprovider. Het brengt vragers en aanbieders van mobiliteit samen via diensten als Uber en UberPOP die werken met een eenvoudige mobiele app.

Uber wil het leidende platform worden voor alles wat ‘op afroep beschikbaar’ is, een soort realtime Marktplaats, met ‘Uber’ als voorvoegsel voor alle diensten. Om de dynamische vraag en aanbod zo goed mogelijk af te stemmen, verzamelt en analyseert het bedrijf data bij elke dienst.

Hoe meer diensten er op het platform gebruikt worden, hoe beter Uber kan inspelen op het steeds fluctuerende vraag en aanbod. Inmiddels is er (als eerste in de Verenigde Staten) een veelheid aan diensten zoals UberRush (fietskoerier voor pakketjes), UberChopper (helikopter), UberTree (kerstbomen!) en UberKittens (jonge katjes op bestelling).

Uber heeft nog andere typische kenmerken van een platform: het kan gemakkelijk opschalen (naar andere steden en landen) en het kan gemakkelijk diversifiëren: zijn scope vergroten door nieuwe diensten te ontwikkelen op dezelfde basis. Zie de hiervoor genoemde veelheid aan nieuwe Uber-diensten die allemaal een relatie hebben met vervoer of bestellen en gebruik maken van dezelfde marktplaats met algoritme dat vraag en aanbod probeert te matchen.

Uber laat ook derde partijen toe om (aanvullende) toepassingen en diensten te ontwikkelen en zich aan te sluiten op het platform. Afgelopen zomer stelde Uber een zogenaamde API beschikbaar, een technisch gereedschap waarmee derden hun diensten kunnen laten aansluiten op of integreren in het Uber-platform. Tot de eerste partners behoren bedrijven als TripAdvisor, Starbucks, United Airlines en OpenTable, een app voor restaurantreserveringen. Deze derde partijen kunnen zo meewerken aan het succes van het platform.

Uber maakt goed gebruik van een zichzelf versterkend netwerkeffect, een belangrijke kracht van platformen: hoe minder lang de vragers hoeven te wachten tot de taxi voorrijdt, hoe beter. Een betere planning zorgt ervoor dat chauffeurs meer ritjes kunnen maken of sneller thuis zijn.

Meer gebruikers aan de vraag- en aanbodzijde maken het platform aantrekkelijker voor de andere zijde. Daarom probeert Uber zijn dienstenpakket voortdurend uit te breiden en doet het er alles aan om vraag en aanbod zo goed mogelijk in te schatten. Als platformaanbieder heeft Uber de twee zijden van de marktplaats te vriend te houden: de vragers (klanten zoals jij en ik) en de aanbieders (zoals de taxichauffeurs of ook weer: jij en ik).

Platformen vragen om actie

Als we deze dynamiek bekijken, zien we direct dat dit grote uitdagingen met zich meebrengt voor overheden. Uber is niet meer te beschrijven in termen van een traditionele, af te bakenen markt: het bedrijf opereert over marktgrenzen heen.

De veelheid aan producten en diensten die gekoppeld kunnen worden aan platformen zoals Uber, kunnen zodanig groeien dat het vragen over mededinging met zich meebrengt. Daarbij komt de vraag hoe het bedrijf omgaat met zijn gebruikers, zowel de aanbieders als de vragers.

Er zijn globaal drie aandachtspunten bij platformen te onderscheiden die vragen om maatschappelijk debat.

Het eerste aandachtspunt gaat over de privacy van gebruikers en hoe er omgegaan wordt met de verzamelde data. Dit vraagt om het toepassen van bestaande privacyregels maar ook een discussie over het gebruiken en interpreteren van gecombineerde data. Dat speelt breder over de gehele bigdatarevolutie. Bovendien helpt concurrentie: als we niet vertrouwen veilig te zijn bij een platform dan doen we niet mee. Dus zorg voor transparantie over het privacybeleid van dienstverleners. Tegelijkertijd heeft een platformaanbieder de prikkel om beide kanten van de markt te vriend houden en bedienen.

Het tweede aandachtspunt is monopolievorming: ook hier helpt gezonde concurrentie. Alternatieven voor Uber met lagere tarieven en betere dienstverlening voor gebruikers en chauffeurs zijn mogelijk. Hier valt het op dat appstores, Airbnb, taxidiensten, Blendle en Kickstarter de neiging hebben om 30 procent of 20 procent van de opbrengsten te vragen. Op de langere termijn lijkt dit wat hoog tenzij de toegevoegde waarde voldoende duidelijk is.

De overheid kan erop toezien dat platformen hun macht niet misbruiken door bijvoorbeeld chauffeurs onder druk te zetten of concurrenten in de wielen te rijden. Het is wel de vraag of het huidige mededingingsbeleid voldoende toereikend en vooruitstrevend is om in te spelen op snel veranderende markten..

Het derde aandachtspunt gaat over het ontwijken van of het vallen buiten de kaders van de regelgeving zoals belasting en arbeidsvoorwaarden. Ook hier ligt een complexe taak voor de overheid om collectieve belangen te bewaken en indien regels nodig op te leggen: denk aan belastingen die een bijdrage leveren aan het investeren in nieuwe infrastructuren, vergunningen die kunnen zorgen voor kwaliteitsbewaking.

Bestaande industrieën gebruiken de huidige regelgeving en keurmerken als een defensielinie tegen de nieuwkomers. Bepaalde markten kunnen wel wat innovatie gebruiken die burgers ten goede komt. Ook dat betekent meer huiswerk voor regelgevers: terug naar de kern van de publieke belangen die geborgd moeten worden.

Platformen zijn niet allemaal hetzelfde opgezet. Uber is een voorbeeld van een centraal georganiseerd platform gericht op winstmaximalisatie, net als bijvoorbeeld appstores en Blendle dat doen. De collaborative economy kent een breed spectrum: ook het open delen van gegevens, collectieven die samen een platform oprichten.

De mate van openheid en toegankelijkheid voor derden, de cultuur van samenwerken: het zijn keuzes waarbij alternatieven beschikbaar zijn. De opzet van het platform is bepalend voor de toegang en economische structuur er omheen. Zie de onderstaande figuur gebaseerd op mijn onderzoek naar platformen.

Indeling van de verschillende type platformen langs de assen open-gesloten en coöperatief-competitief. (Vrij naar Sestini, 2010) Uit: De kracht van platformen

Kortom

Het delen en samenwerken in onze samenleving is een groot goed. Het levert kansen op voor talloze maatschappelijke innovaties, meer betrokkenheid van burgers en meer werkgelegenheid. Daarbij hebben we continuïteit nodig, investeringen in een infrastructuur en we willen als gebruikers flexibiliteit. Daarbij kunnen innovatieve diensten en ondernemende dienstverleners een waardevolle rol vervullen naast en ter ondersteuning van burgers, letterlijk als ‘platformen’.

Laten we het debat over de deeleconomie (of wellicht beter: de collaborative economy) dus voeren in termen van platformen en de dynamiek van samenwerken en concurreren daar omheen. Daarvoor moeten we terug naar onze kernwaarden en onszelf de vraag stellen hoe we publieke belangen willen borgen in onze samenleving; hoe we investeren in de infrastructuren en innovaties van morgen en hoe we daarbij de toegang van burgers en bedrijven kunnen bewaken. Dat bepaalt vervolgens hoe de spelregels rond platformen gereguleerd moeten worden. Een goed functionerende deeleconomie kan niet zonder vitale platformen!

Meer lezen over de innovatiedynamiek rond platformen kun je in mijn nieuwe boek ‘De kracht van platformen. Nieuwe strategieën voor innoveren in een digitaliserende wereld.’. In het boek ontrafel ik de eigenschappen van platformen en bespreek ik samen met gastauteurs de opkomst van platformen in domeinen als de zorg, de banken, de landbouw en de maakindustrie. Blogs zijn op persoonlijke titel.

Maurits Kreijveld
futuroloog en strategisch adviseur bij Wisdomofthecrowd.nl

Maurits Kreijveld is futuroloog en strategisch adviseur. Hij onderzoekt en verbeeldt de impact van nieuwe technologieën op organisaties, individuen en de samenleving, en adviseert hierover. Hij is gespecialiseerd in digitale transformatie (platformeconomie, deeleconomie) en innovatie cocreatie. Met zijn boek ‘De plug&play;-organisatie. Handboek voor digitaal transformeren' en bijbehorende workshops en masterclasses helpt hij organisaties digitaal aanpassingsvermogen en wendbaarheid te krijgen. Eerder schreef Maurits 'De kracht van platformen' het eerste Nederlandse boek over de platformeconomie, en ‘Samen slimmer. Hoe de wisdom of crowds onze samenleving zal veranderen’ met toekomstbeelden over de zorg, innovatie en smart cities.

Categorie
Tags

5 Reacties

    brandyourbrand@gmail.com

    Ik denk dat de deeleconomie juist andere platformen dan Uber nodig heeft.

    Uber slaagt er voorlopig niet in om binnen bestaande wetgeving waarde te leveren. Da’s behoorlijk niet innovatief.


    9 december 2014 om 09:51
    mauritsk

    Beste Bas,

    Dat is precies wat ik bedoelde (maar de klem-toon in een tekst is soms lastig te leggen). Ik noem Uber als een aansprekend voorbeeld van een slim opgezet platform. Platformen hebben juist het voordeel dat ze flexibel en adaptief kunnen zijn dus op zoek kunnen gaan naar bijv. de grenzen van de wetgeving en daarbinnen blijven. Dat vraagt een beetje tijd, bij Airbnb zie je dat er voorlopig een werkbare oplossing is gevonden.

    Toch komt ook de vraag op of de bestaande regelgeving aanpassing behoeft, kijkend naar innovaties, rekening houdend met de soms tegenstrijdige belangen, borging van publieke belangen.

    Daarnaast: goed als er alternatieve platformen (aanbieders) komen die voor keuzevrijheid zorgen of die bijvoorbeeld vanuit andere ‘waarden’ worden opgezet. Zie daarom ook de figuur in mijn artikel die verder wordt toegelicht in het boek.


    9 december 2014 om 10:03
    mauritsk

    Ben heel benieuwd hoe platform-aanbieders zich gaan ontwikkelen. Het is een zoektocht hoe waarde wordt gegenereerd en verdeeld tussen alle participanten (aanbieders, ontwikkelaars, gebruikers) in de platformen van de collaborative economie. Wie investeert mee in de ‘commons’, de gemeenschapszin, de gedeelde infrastructuren? Komen er coöperatieve Ubers? Of moet dat bijvoorbeeld via belastingen gebeuren? De telco’s hebben ooit geopperd dat Google als ‘leecher’ op hun infrastructuur ook een belasting zou gaan betalen.


    9 december 2014 om 20:56

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!