Cultuurverschillen in contentmarketing: wel of niet proppen

16 juni 2014, 05:00

Een ’thematisch’ verslag van het #fusionmex-congres in Antwerpen

You have to go for the win.” De oneliners op de sheets van Amerikanen schetsen de markt altijd als een slagveld, valt me op. En ik bespeurde voor het eerst die dag, maar zeker niet voor het laatst, de cultuurverschillen tussen Amerikanen en Europeanen als het gaat om contentmarketing. Voor alle duidelijkheid: dit is geen waardeoordeel, want mede dankzij de Amerikanen werd de Content Marketing Conference in Antwerpen een bijeenkomst van kwalitatief hoog niveau. Maar ik begon me wel af te vragen of veel van de meetlatten die we bij contentmarketing in Europa gebruiken, niet met inches werken: de afstand tussen Amerikaanse content en de koop is veel korter dan Europese: “Get them in your nurturing program fast and convert.” Ik neem jullie mee in deze reis van de cultuurverschillen in contentmarketing.

Prop content in de klant

“Content marketing HAS to be accountable”, zo kopte een andere sheet van de eerste spreker Lee Odden, duidelijk weer een Amerikaan, zo dacht ik. Toen Lee vroeg hoeveel mensen wel eens een link retweeten zonder erop te klikken, kwamen er weinig handen omhoog. “Oh come on, be honest“, probeerde hij nog, maar volgens mij zijn Europeanen op Twitter gemiddeld toch wat minder op kwantiteit gericht, en wat meer op kwaliteit. En dus geloofde ik deze 'zaalstatistiek' wel: Europeanen denken volgens mij gemiddeld beter na voordat ze wat communiceren, ook op Twitter.

Lee kwam tussendoor wel met een interessant modulair model, waarbij je content op zoveel mogelijk manieren kunt hergebruiken door het op te knippen in kleine stukjes ('microcontent', tweets bijvoorbeeld) of op te tellen naar 'content objects' zoals e-books. Aan het eind benadrukte hij wel weer dat je je content in je klant moet proppen: “You have to feed your content to the customer.” Typisch Amerikaans. Zou je zeggen.

Jaag je klanten weg

De tweede spreker Doug Kessler was ook een Amerikaan, maar wel werkzaam in Europa. En dat leek wel invloed te hebben op zijn aanpak: Doug durft namelijk gerust niet-leuke klanten weg te jagen, blijkbaar zijn niet alle dollars voor hem interessant. Sterker nog: hij raadt alle merken aan om een mening te hebben, en stelling te nemen: “You have to alienate bad customers with your content.

Hij gaf zelf het goede voorbeeld met een enorm vaak gedeelde presentatie 'Crap', die laat zien dat contentmarketing de grootste bedreiging van contentmarketing is. Hij verloor hiermee klanten, maar dat waren juist de klanten die hij wilde verliezen. Doug gaf mooie voorbeelden van merken die enorm veel succes hadden door juist niet politiek correct te zijn, zoals de leverancier van 'Big Ass Fans'. “Consensus kills“, volgens Doug, vrij Europees voor een Amerikaan om te verkondigen.

Geen bedrijfsnaam in je content?

Bij de duo-presentatie van Tom Debaere en Patrick Maes viel vooral op dat de stijl van Tom erg Amerikaans was voor een Europeaan: hij wist op flamboyante en overtuigende wijze de zaal duidelijk te maken dat we in een tijd leven dat de aandachtsspanne van mensen korter is dan die van een goudvis. Hij besefte al vrij snel dat tegenwoordig eigenlijk niemand in jou en je product geïnteresseerd is, en hij vroeg zijn (inmiddels ex-)collega's dan ook om alle vermeldingen van de bedrijfsnaam ('Newtec') uit de content te verwijderen. In de gevoelige balans die meestal wordt gekoesterd tussen marketing en sales nam hij duidelijk stelling: “Marketing will take over the business.” Tom ziet sales als de cavalerie: op aanvraag in te schakelen, bijvoorbeeld als mensen het kooptraject niet – helemaal – online door willen lopen.

Een paardenkont-verhaal

De Belgische spreker Danny Devriendt had duidelijk weer een Europese aanpak: veel zelfspot en een presentatie die begon met een interessant verhaal over de kont van een paard: “In 10 years you will only remember this horse's ass. Sorry for that.” Danny benadrukte dat elk bedrijf in principe een “story factory” is, en dat verhalen “content marketing brought alive” zijn.

Danny had duidelijk een veel zelfverzekerder uitstraling dan zijn landgenoot Guido Everaert, die in zijn break-outsessie veel sheets van zijn presentatie over storytelling maar oversloeg “omdat anderen dat al behandeld hadden” en regelmatig aankondigde dat hij “bijna aan het eind was”, bijna verontschuldigend. Een Amerikaan zou dat nooit doen, bedacht ik me.

Beatrix en advocaten

Spreker Albert-Jan Huisman liet duidelijk zien hoe Nederlands zijn werkgever (advocatenkantoor Kennedy van der Laan) werkt op het gebied van contentcreatie: zonder hiërarchie. Hij illustreerde dit met de snelheid waarmee het nieuws over het aftreden van Koningin Beatrix binnen enkele uren werd gevolgd door hun blog over bedrijfsopvolging: vanuit alle lagen van het bedrijf werd meegewerkt om deze snelheid mogelijk te maken.

En na een verhaal van spreker Mike Gorak over zoekmachines werd de terechte klapper van het congres gemaakt: Jay Baer. Jay's aanpak was simpel en helemaal in mijn straatje: zet de behoefte van de zoeker centraal en “eventually” zul je ervoor beloond worden.

En dat woord “eventually” werd erg belangrijk, merkte ik. Want was het zo dat de meeste Amerikaanse presentaties – en ook sommige Europese – vol zaten met 'snel scoren'-oneliners, Jay benadrukte dat je moet beseffen dat de beloning voor je hulp (“youtility“, noemt hij dat) misschien niet direct komt, maar “eventually” wel. Hij gaf ook terecht aan dat deze onzekerheid niet voor iedere marketeer even makkelijk is: “You have to be okay with eventually“.

In zijn presentatie zaten ook voorbeelden van Marcus Sheridan en Gary Vaynerchuck, beiden Amerikanen die in hun aanpak ook altijd aangeven dat je “eventually” wel betaald zult worden voor je openheid, eerlijkheid en hulp, maar dat het op korte termijn misschien niets oplevert of juist iets kost.

Een geniale reactie

En dat was dus volgens mij de paradox in dit hoogstaande congres: nu de Europeanen langzaam de 'convert or die'-houding van de Amerikanen over beginnen te nemen, zijn het juist enkele Amerikanen die beseffen dat de relaxte langetermijnaanpak van de Europeanen in deze transparante tijden het meeste geld oplevert, “eventually”. Zo kreeg Jay Baer een vraag uit de zaal die hij vermoedelijk wel vaker hoort: “How can I calculate the ROI of content marketing for my managers?“. Jay's reactie was treffend:

Perhaps we should calculate the ROI of calculating the ROI of content marketing?

Precies zoals ook Gary Vaynerchuck en Marcus Sheridan moeite hebben met die ROI-vraag: managers vragen vrijwel nooit om de ROI bij de 'klassieke' marketing, terwijl die veel duurder is. Gary verwoordt zijn twijfels mooi in onderstaande Slideshare, en Marcus zegt het mooi in dit interessante artikel: zelfs als niemand je blog leest, maar met het schrijven ervan heb je je gedachten op een rijtje gezet, dan was het nog de 'investment' waard.

Drie Amerikaanse goeroes dus, die ons Europeanen erop wijzen dat onze niet-commerciële houding uiteindelijk het meest commercieel is. Dat we die managers die ons lastigvallen met ROI-vragen gewoon moeten negeren. En ach: hoe groot de verschillen tussen Amerikanen en Europeanen op het gebied van contentmarketing ook zijn, uiteindelijk trekken we dezelfde conclusie: de beste marketing in de tijd waarin we nu leven is goedkoper, leuker en veel menselijker.

Ik ben op het juiste moment geboren. En op het juiste continent.

Edwin Vlems
Demand Generation Specialist bij Comaxx

Edwin Vlems is werkzaam bij bureau Comaxx. Hij helpt B2B-bedrijven met het online delen van de kennis van het bedrijf en de medewerkers, als magneet voor klanten en nieuwe collega's. Hij spreekt en schrijft over Demand Generation, Inbound Marketing / Recruitment, Content Marketing en Employee Advocacy. Je kunt hem volgen op @evlems, vinden op http://edwin.vlems.nl en mailen via edwin@vlems.nl

Categorie
Tags

24 Reacties

    Rattink

    Edwin, dank voor dit interessante overzicht! Wat mij vooral opvalt is dat wat met klassieke marketing en reclame is gebeurd (steeds meer uitingen, steeds minder aandacht) nu ook content marketing ‘overkomt’. Ik denk dat er in beide gevallen altijd ruimte is en zal blijven voor relevante, geloofwaardige en onderscheidende uitingen. Actueel voorbeeldje: kijk hoe het duikende Calvé-jongetje op dit moment hard rond gaat op social media. Bovendien is mijn stelling dat consumenten en zakelijke beslissers – mensen dus! – verrast, verwonderd en vermaakt willen worden. En het is maar weinigen gegeven om dat succesvol te doen en makkelijk is het nooit. Laat staan dat het directe invloed heeft op je ROI. Uitzonderingen daar gelaten. Net als jij vind ik het daardoor ook spannender en interessanter geworden, maar misschien anders dan jij denk ik dat je met commerciële(re) uitingen ook kunt ‘scoren’. En ik betwijfel of dat altijd duurder is, zoals Gary zegt. Content marketing is ‘een marathon’, dat kost dus veel training en tijd. En tijd is….. 😉


    16 juni 2014 om 08:33
    iscoop

    Thanks Edwin. Enkele bedenkingen. Eén er van: Gary Vaynerchuck en David Meermann Scott verkondigen inderdaad al jaren dat je de ROI van marketing niet kunt meten. En je kunt zeker niet de ROI van alles meten. Helaas heeft het gros van de mensen geen flauw idee waar marketing ROI eigenlijk om draait. In ernstige bedrijven kom je niet meer binnen als je dat niet weet. Alleen stellen die lullo’s de vraag zo belachelijk (de ROI van Twitter of sociale media is an sich al een idioot uigangspunt) dat ze niet eens kan beantwoord worden, behalve met hun flauwe grapjes. Ik hoop dat veel meer managers blijven de ROI vraag stellen en vooral begrijpen waar ze over gaat. Dan kunnen ze misschien hun organisatie eens wat stroomlijnen en wat silo’s afbreken. Ben het ook niet eens dat enkel een langetermijnaanpak het doet die “niet-commercieel” is. En tot slot: ik vrees dat de cultuurverschillen, hoewel ze bestaan, even groot zijn tussen Europa en de VS als tussen pakweg Belgen en Nederlanders of marketeers die in een markt met een complexe buying cycle zitten en marketeers die voor een lokale retailer werken. Marketing indeed has to be accountable. Thanks!


    16 juni 2014 om 12:20
    Edwin Vlems

    Bedankt JP!

    Ik ben het met je eens dat content marketing ’toegevoegde waarde’ moet hebben, maar zoals Marcus Sheridan in zijn artikel (zie link) treffend verwoordt is de ROI van content heel snel behaald, zelfs als niemand je blogs leest.


    16 juni 2014 om 12:31
    bramkoster

    @J-P: just curious, waar draait volgens jou marketing ROI dan om? Ik heb binnenkort een afspraak bij een ernstig bedrijf en weet niet of ik anders wel binnen kom…


    16 juni 2014 om 12:40
    iscoop

    Wie kunstenaar wil zijn moet dat worden 🙂 Ik snap Marcus zijn punte, maar je weet even goed als ik dat de man door zijn Q&A aanpak zijn bedrijf heeft gered en meer zwembaden heeft verkocht en nu pakken geld verdient als spreker, auteur en sales guru 🙂 ROI gaat veel verder dan content of een blog post. Da’s wat me altijd stoort bij dat populistisch gezwam van Vaynerchuck en consorten. Voor hen is iemand die ROI vraagt stel, iemand die pakweg vraagt “ik stop x Euro in Twitter en haal ik er dan y uit”? Zo werkt het echt wel niet. Het is veel meer geïntegreerd, wordt niet benaderd als klassieke ROI (wat over kapitaalsinvesteringen gaat) en er komt heus meer bij kijken dan directe return (bijvoorbeeld impact van merkperceptie op bottom-line) en het is niet steeds correct, het is een model om zo goed mogelijk te werken met de cijferes die elke manager vandaag moet kunnen voorleggen, het is een model om toekomstige bestedingen in te plannen en het is wiskunde, gekoppeld aan risico. Marketeers zien ROI als een bedreiging terwijl het hen net helpt om buy-in te krijgen enerzijds en geen geld te verkwisten anderzijds (wat me voor de consument op lange termijn en korte termijn veel ethischer en relevanter lijkt dan een blog post). En, neen, je kunt de ROI van 1 blog post niet berekenen 🙂


    16 juni 2014 om 12:45
    iscoop

    @bram sorry voor de Europese reactie, ik ben Belg, da’s nog erger 😉


    16 juni 2014 om 12:50
    tristanlavender

    @Edwin: om me ook even in de ROI-discussie te mengen … je schrijft: “Dat we die managers die ons lastigvallen met ROI-vragen gewoon moeten negeren.”

    Twee vragen hierover:

    1. In je eigen presentaties onderbouw je volgens mij je pleidooi voor inbound marketing met (o.a.) een kostenefficiëntie-argument: het zou goedkoper zijn dan ’traditionele marketing’. Even los van de vraag in hoeverre dat waar is: kennelijk ben je zelf ook bezig met ROI-overwegingen (en terecht volgens mij). Hoe moet ik dat rijmen met bovenstaande quote?

    2. Als mijn directeur/manager mij vraagt om een onderbouwing van mijn plannen met contentmarketing (een hele legitieme vraag), wat zou ik dan volgens jou wél moeten doen? Ogen sluiten en weglopen lijkt me alleen een optie in fantasieland 😉


    16 juni 2014 om 13:17
    bramkoster

    @J-P: haha, wij ‘Ollanders hebben een zwak voor Belgen, dus da’s veel minder erg.

    Je enorme en enorm waardevolle blogpost diagonaal doorgenomen. Volgens mij is je belangrijkste punt: bekijk het integraal, ga geen ROI berekenen op microscopisch niveau. Daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.

    Wel is de vraag altijd: welke mate van integratie moet je berekenen. Want je verzandt al snel in een boekhoudkundige discussie of je bijv. de leaseauto van de marketeer ook moet meenemen in de kosten van de campagne, e.d.

    ROI is volgens mij voor elk bedrijf anders. Simpel gesteld: heb ik het idee dat al die inspanningen de moeite waard zijn? En zo ja, waarom? Welke doelstellingen behaal ik ermee.

    Uiteindelijk zal met de integratie van on- en offline het berekenen van de ROI van een enkel kanaal nooit meer volledig terug te destilleren zijn. Maar als je manager blij is met de omzet die je behaalt via bijv. social media en dat betekent dat je voor volgend jaar verder mag bouwen, is dat ook een ROI.


    16 juni 2014 om 13:17
    vlemse

    @Tristan Misschien wat dogmatisch gesteld inderdaad 🙂 Natuurlijk vind ik de vraag ‘wat voegt content marketing toe’ relevant, en daarin volg ik Marcus Sheridan in zijn stelling dat het al snel wat toevoegt, zelfs als niemand je content leest.

    Wat me irriteert is dat de ROI-vraag decennia lang amper gesteld is, en nu dagelijks voorbij komt. Toen ik 20 jaar geleden ‘s-avonds NIMA-A lesgaf vertelde ik dat marketeers ‘accountable’ moesten zijn en dat ze al hun reclamecampagnes moesten testen (voor de ROI zeg maar). Overdag was ik marktonderzoeker en wist ik dat er in praktijk maar weinig campagnes op hun effectiviteit getest werden. Ik weet dat er reclamejongens waren die de ROI-vraag naast zich neerlegden en tegen adverteerders zeiden dat ze mensen moesten negeren die hierom vroegen.

    Het lijkt dan tegenstrijdig dat ik nu hetzelfde zeg, maar er is een belangrijk verschil: het gaat bij klassieke marketing om soms tonnen of miljoenen euro’s waar geen enkele manager voor lijkt te gaan liggen, terwijl er bij de (veel goedkopere) content marketing vaak gesteld wordt ‘eerst ROI bewijzen’. Mijns inziens een teken van angst voor verandering, en het is die angst die je dan ook moet negeren (niet het feit dat managers in het algemeen vragen om onderbouwing, daar moet ik je gelijk in geven).

    En om je vraag te beantwoorden: voor een manager die vanwege een onbeantwoorde ROI-vraag voor je content marketing gaat liggen, hou je een vlammend betoog 🙂


    16 juni 2014 om 15:32
    iscoop

    @bram toch wel, je kan het op micro-niveau ook doen en zelfs op verschillende manieren. De implementatie van marketing ROI doorheen een bedrijf gebeurt de facto ook vaak startend vanuit verschillende micro-niveaus. Als je er meer wil over weten, ik schreef er een boek over, kan het aanpassen(moderniseren) en online plaatsen zo je wilt (just not today).

    @edwin ik denk dat we het hier vooral over verschillende dingen hebben. De vraag naar ROI wordt reeds sinds ongeveer de eeuwwisseling luid gesteld. Helaas doen de meeste bedrijven er nog steeds niets mee. En de reden daarvoor is….de angst voor verandering. Marketeers zijn bang voor het hele idee van marketing ROI omdat ze vrezen dat daarmee alles wat branding, creativiteit, enz. verdwijnt. Niets is minder waar, tenminste als het goed gedaan wordt en niet dient als een excuus. In de praktijk merk ik dat bedrijven zelden of nooit de vraag naar ROI stellen. Wat ze wel vragen is resultaten maar da’s een ander verhaal. Alleen gebruiken ze daarbij al te vaak de term ROI, foutief dus. Bij direct marketing was dat nooit een probleem, bij reclamecampagne’s overigens ook niet (daar bestaan mediacentrales en al die tussenpersonen en merkparameters voor). Als iemand vraagt om de ROI van content marketing, social media of een blog zelfs, volstaat vaak een tegenvraag waaruit blijkt dat ze dan niet weten wat ROI is omdat ze vaak niet verder komen dan wat metrics en KPI’s maar da’s nog lang geen ROI. Bovendien zijn die metrics en KPI’s vaak ook nog eens van een eerste of tweede niveau: volgers, hits, downloads, you name it. Moeilijkere vraagstukken laten ze graag links liggen. Als iemand mij vraagt wat de ROI is van huppeldepup vraag ik hen eerst om te zeggen wat zij onder ROI verstaan en dan, afhankelijk van de doelstelling; vraag ik hen dingen als 1) kennen jullie de impact van merkperceptiewijzingen op verkoop? of 2) kennen jullie de waarde van de diverse touchpoints of nog veel eenvoudiger: hebben jullie al een historiek of kennis van kost per xyz. Vaak blijft het dan oorverdovend stil. In slimme bedrijven heeft men 1) ofwel al de nodige oefeningen gedaan of 2) gaat men dan de mix anders spreiden, vertrekkende met nulmetingen voor “nieuwe” dingen en wetende wat het potentieel risico is maar vooral wat de enorme onverwachte impact van relatief lage bestedingen kan zijn op de “overall ROI”, voor zover men die kent, zijn. Maar de facto kent men vaak die ROI dus niet. The proof of the pudding is in the eating maar we moeten wel de taal van de CFO op zijn minst verstaan om een flinke pudding te kunnen voorschotelen. En bij bedrijven waar je vlammende betogen moet houden blijf ik, zoals Doug Kessler, liever weg 😉 Zij die willen op resultaat werken met een plan en duidelijke KPI’s die zo dicht mogelijk bij de doelstellingen aanleunen waren altijd welkom. Alleen lagen die in eigen contreien niet steeds voor het rapen vrees ik 🙂 Ik brei hier als het wat kalmer wordt nog eens een stukje aan 😉


    16 juni 2014 om 16:06
    iscoop

    O ja, misschien nog even om heel praktisch naar content marketing te gaan. Veel bedrijven zien dat als een nieuw iets maar ze doen er op één of andere manier al aan. Dat stroomlijnen zorgt an sich al vaak voor kostenbesparingen en betere conversie op de korte termijn (ook al ben je er in voor de long run). Als ze het toch al iets nieuws zien of het echt nieuw is: bij social media werden de budgetten ook niet plots verhoogd in de meeste gevallen. Dus kwam het van ergens anders. Als je bij een initieel content marketing traject dicht bij specifieke doelstellingen staat, zoals “zorg er voor dat mensen op je website tenminste snel een antwoord vinden” of “zorg er tenminste voor dat die briefings waarin je product marketing aan sales naadloos uitlegt vanuit welk marktbehoefte A, B of C ontstond, ook tot bij je potentiële klant komen en dus in content worden omgezet die aanspreekt – unless A, B or C sucks…” of “weet tenminste waar je als bedrijf voor staat zonder anderen te kopiëren of aan te gaan leunen bij analisten of influencers of me too content te creëren” (waar Doug het over had) of “maak iets dat zinvol is voor mensen in plaats van wat jij als bedrijf denkt dat zinvol is” of “spendeer in plaats van 95% van je budget aan reach er eens 90% aan en stop 5% meer in customer experiences of optimalisatie dan je nu doet” krijg je zeer snel buy-in om je programma te gaan schalen hoor. De meeste bedrijven werken met consultants omdat ze een KPI hebben en niet weten hoe ze die moeten realiseren. Wel, troeven zat voor wie met enkele duidelijke KPI’s en wegen er naar toe komt. Dat is in content marketing overigens de essentie van strategie en ik kan niet begrijpen waarom dat door sommigen aan de kant wordt geschoven. Het is de omgekeerde wereld. Nu laat ik jullie. Mooie discussie.


    16 juni 2014 om 16:23
    vlemse

    @JP Ik heb even een lijntje coke moeten snuiven voordat ik je reacties las, ze zijn van een hoog niveau 🙂

    Misschien is het (B2B)-bedrijf waar ik werk een mooi praktijkvoorbeeld. Met onze Inbound Marketing instrumenten trekken we zo’n 1000 mensen per dag. Hoeveel orders die 1000 mensen plaatsen weet ik niet, we hebben geen webshop en doen niet aan downloadformulieren (bewust).

    We vragen nieuwe klanten wel hoe ze bij ons zijn gekomen, maar als je doorvraagt bij de reactie “via internet” dan loopt het gesprek vaak vast (“nee waar op internet weet ik niet meer”). Helaas.

    De reden dat ik nooit de ROI-vraag heb hoeven beantwoorden is dat mijn marketingkosten zo laag zijn dat ik ze voor die dag al heb terugverdiend als één van die 1000 (potentiële) klanten een order plaatst. En elke manager beseft dat dat niet teveel gevraagd is…

    Ik kan de ROI dus niet in euro’s berekenen, maar vanwege de lage I is er ook niemand die vraagt naar de R. En zo hoort het ook 🙂


    16 juni 2014 om 17:38
    iscoop

    @Edwin Gevaarlijk joh 🙂 Nee, niet hoog niveau, moet wel toegeven dat voor niet in Benelux-gevestigde corp werkte met complex kanaalmodel en diverse vestigingen.

    Eenvoudige vraagjes:

    1) Hoe weet je dat je 1000 mensen met die instrumenten werkt?

    2) Hoeveel mensen werken er en hoeveel verkoopskanalen heb je?

    3) Stel dat je wel kon de link leggen tussen wat je doet, de kost er van, de opbrengst er van en op basis van die gegevens aan de eigenaar kon tonen dat je door optimaliseren van wat dingen, hier en daar conversie verhogen en wat schuiven met budgetverdeling en mix, je de omzet zou kunnen verdubbelen: zou hij (of zij) en jij blij zijn? En als je dan, na al dat tweaken en toevoegen van nieuwe succesvolle dingen en een verdubbeling van je budget de omzet aantoonbaar zou kunnen verviervoudigen, zou je daar dan nieuwe banen kunnen meer creëren.

    Je snapt wel waar ik heen ga 😉 Als er vandaag 1 van die potentiële 1000 klanten een order per dag plaatst, raak je misschien morgen, afhankelijk van je verkoopsmodel, markt en dergelijke meer, wel aan 25.

    Edwin wordt dan Nederland’s hoop in bange metaalindustriedagen of misschien wel iets helemaal anders 😉

    Slaap ze, moet nog bekomen 😉


    16 juni 2014 om 18:03
    vlemse

    @JP Ik snuif heel rustig hoor 🙂

    Natuurlijk zou ik willen dat ik die perfecte link kon leggen tussen wat ik online doe en wat er aan euro’s binnenkomt, maar zo lang wij geen webshop hebben ben ik bang dat dat een utopie is. Dat die link er niet is houdt mij niet tegen om op content marketing in te zetten.


    16 juni 2014 om 18:13
    iscoop

    @edwin Doen! Attributie blijft een moeilijke en het hangt natuurlijk er allemaal van of het de moeite wel loont. Da’s ook wat er op het event gezegd werd: wanneer is het de moeite (nog) om op marketing ROI te focussen. Is net zo met dingen als personalisatie: wanneer doe je te veel inspanningen, prioriteiten inderdaad.

    Wat wel in het MKB leuk kan zijn waar er geen koppeling is om te proberen is zoals Doug zegt: mik op dat ene stuk, dat ene verhaal en zet het verder met opvolgingen als het werkt.

    Twee cijfers heeft elk bedrijf:

    – Omzetevoluties.

    – De impact van seizoenen en externe factoren zoals in jouw sector ongetwijfeld een stuk van de zomer.

    Er van uitgaand dat andere parameters grotendeels kunnen worden geïsoleerd of meegeteld (het is geen exacte wetenschap): wat is dan de impact van die ene grote stap of wat dan ook. Incrementele stappen, uiteindelijk waar marketing ROI ook om draait: wat is de incrementele waarde van elke extra Euro. Of in dit geval kan het ook zijn: van elk project, elke optimalisatie, elke verschuiving.

    Soms is er dan nog te veel twijfel als het effect niet echt opmerkelijk is. Maar soms kun je er gewoon niet naast kijken en dan is het spelen en testen geblazen, the real fun.

    En die koppeling online/offline is dan weer een ander verhaal.


    16 juni 2014 om 18:33
    Guido Everaert

    Beste, dank voor de samenvatting. Beetje lullig dat ik in jouw verhaaltje gepropt wordt als onzelfzeker tegenover mijn landgenoot Danny DV. Om het een beetje te doen kloppen. Ja, ik laat slides vallen als ik merk dat er in een plenum net voor mij over dezelfde onderwerpen werd gesproken. Waarom zou ik ze herhalen? En ja, ik verontschuldig me als ik over tijd ga, ook al is dat niet mijn fout. Ik geef erg regelmatig lezingen en het laatste dat ik daar al ooit gehoord heb, is dat ik onzelfzeker zou zijn. Jammer.


    16 juni 2014 om 20:46
    vlemse

    Mijn excuses Guido, ik heb het geschreven zoals ik het heb beleefd.


    16 juni 2014 om 20:55
    Guido Everaert

    Beste Edwin,

    Dan zal ik dat als waardevolle, zij het pijnlijke, feedback beschouwen 😉

    Thxs


    16 juni 2014 om 21:14
    Paul Haarman

    Wat die ROI betreft, zoals Edwin ook al aangeeft, bekijk je Analytics, bestudeer je bronnen (vooral de bestemmingspagina’s) en bekijk de behaalde doelen. Zo maak ik content marketing inzichtelijk. En eigenlijk is de conclusie duidelijk: het werkt. Het loont de moeite om serieus met content bezig te zijn, maar het is geen push-button systeem. Het vergt tijd en energie en geduld.

    @Guido: Ik was er niet bij, maar ik weet wel dat iedereen elke presentatie anders interpreteert. Ik was eens in New York op een congres waar ik een (naar mijn mening) abominabel slechte presentatie zag. Achteraf bleek dat het merendeel van de bezoekers deze presentatie als beste had gekozen.


    17 juni 2014 om 07:59
    Edwin Vlems

    @Paul helemaal eens. En inderdaad wat betreft de presentatie van Guido: dat is heel persoonlijk. Ik heb zelf na een presentatie ook wel eens een tweet voorbij zien komen ‘Lelijkste Prezi ooit’. En toen besefte ik inderdaad dat ik mijn verhaal teveel heb laten ‘woekeren’ in de loop van de tijd en dat hij wel weer eens opnieuw opgezet mocht worden. Toen haatte ik die persoon maar nu ben ik ze dankbaar.


    17 juni 2014 om 08:12
    Jacco Overdulve

    @Edwin, J-P en Bram, jullie discussie over ROI is bijna interessanter dan de samenvatting van de presentaties zelf. Wat mij een beetje stoort, maar wellicht zie ik het bos niet meer door de bomen, is dat jullie heel erg gericht zijn op de ROI van tools of methodes. En inderdaad, dan wordt het een moeilijk verdedigbaar verhaal bij je werkgever. Daarom ben ik daarvan afgestapt en heb ik mij gericht op de ROI van campagnes (projecten zo je wilt) waarin soms 1 tool of kanaal gebruikt wordt, en soms (zeg maar gerust vaker) de combinatie van meerdere tools en/of kanalen worden gebruikt. Hierdoor kon ik veel beter stellen: hoe je het doet, maakt niet uit, als je er maar komt.


    19 juni 2014 om 11:33
    Edwin Vlems

    Dat klinkt logisch inderdaad, Jacco. Volgens mij doelt J-P ook op het veel breder trekken van de ROI-opdracht dan alleen ‘De ROI van blog x’ of ‘De ROI van Tweet y’.


    19 juni 2014 om 11:47

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!