Economisch weerbericht (137): Het post-pc-tijdperk, fase 1

30 juli 2011, 05:19

De hunkering naar nieuw informatiegedrag en een vele malen betere user experience dan welke pc dan ook heeft de computer-, software- en telecomsector compleet op zijn kop gezet. Dankzij mobiele information at your fingertips: multi-touch voor de massa. Hoe alle andere sectoren nu aanlokkelijkere proposities kunnen maken en sociaal-economisch gewin kunnen behalen is vers twee. De stortvloed van schermdevices in maten en soorten plus apps in de handen van idolate gebruikers lijkt de sleutel te zijn. Dat we ons daarmee pardoes in het post-pc-tijdperk bevinden, leidt geen twijfel. Afgezien van de genoemde fysieke maten en soorten zijn vooral apps in online app stores tot dusver een belangrijke constante. Maar net als aan het begin van het pc-tijdperk staan ons ook nu nog genoeg nieuwe user experience-ontwikkelingen te wachten, die overigens geen verrassing zijn. Behalve tactiele zintuiglijkheid, haarscherp beeld en GPS zullen onder meer spraakherkenning, bewegingsherkenning en 3D in no time tot de standaardfeatures gaan behoren.

Naar mobiele informatie

De digitale convergentie, zo noemde hij het, die in het post-pc-tijdperk voorspelbaar tot stand zou komen, was voor Bill Gates de essentie van de visie die hij in november 1994 presenteerde. Tot de kern teruggebracht zei Gates het toen zo:

At the center of this will be […] all the information – books, catalogs, shopping approaches, professional advice, art, movies – […] on demand on a device looking like a TV, a small device you carry around, or what the PC will evolve into.

Met deze woorden liet Gates in Las Vegas, in het Alladin Hotel, de geest weer eens uit de fles, die hem sinds ‘89 inspireerde: de ultieme situatie in het post-pc-tijdperk van mobiele information at your fingertips. Dat leidmotief had Gates geleend van de Information Industry Association, die het in de jaren ‘70 als motto gebruikte. Information at your fingertips bleef het richtsnoer van Gates en Microsoft tot het vertrek van de legendarische mede-oprichter in juni 2008. Zodoende raakte de slogan verbonden met het pc-tijdperk, terwijl Gates eigenlijk een ander vergezicht voor ogen had.

De iPhone is het post-pc-tv’tje van Bill Gates

Het kleine tv’tje dat iedereen overal bij zich heeft, zou volgens Gates in 2005 wel realiteit zijn, maar we moesten er op wachten tot Steve Jobs in januari 2007 de Apple iPhone aankondigde. Dit 3-in-1 device – telefoon, iPod Touch en internetapparaat – kwam een half jaar later op de markt. De iPhone rekende af met de irritante kleine toetsjes van de zogenaamde smartphones uit die tijd. In plaats daarvan was er een elegante multi-touch-bediening ontwikkeld. Daar was het dan: mobiele information at your fingertips. Letterlijker dan ooit. Niet indirect via onze vingertoppen die toetsenbord en muis bedienen, maar door vingerbewegingen op een snel en scherp handheld schermdevice. Steve Ballmer schamperde, dat de iPhone wel heel erg duur was en zonder toetsenbord compleet onbruikbaar voor email, maar met de iPhone waren we overduidelijk het post-pc-tijdperk binnengetreden. Dit was het tv’tje, dat Ballmers baas elf jaar eerder had voorspeld voor 2005. Ineens was de digitale convergentie van Bill Gates geen visioen meer, maar concrete werkelijkheid waar iedereen zijn vingertoppen bij aflikte.

Schermdevices en bakken met apps zijn het nieuwe paradigma

Zeven jaar had Apple eraan gewerkt. Het aanvankelijke plan was om een tablet te maken. Maar toen het prototype daarvan klaar was, vond Steve Jobs het slimmer om eerst de telefoon opnieuw uit te vinden. Tegelijk met de aankondiging van de iPhone veranderde Apple Computer zijn naam in Apple Inc., ten teken dat een nieuw tijdperk was aangebroken. Om te beginnen voor het bedrijf zelf, maar, zo weten we inmiddels, ook voor de hele computer-, software- en telecomsector. Schermdevices met hun apps waren op slag het nieuwe post-pc-paradigma. Dank zij met name de iPhone, de iPod Touch en de iPad, en samen met de Apple App Store, die in 2008 werd geopend, plus het virtuele iCloud-platform van 2011 verdrong Apple met 153 miljard dollar Google overtuigend als het meest waardevolle merk en werd het met ruim 400 miljard het duurste bedrijf ooit op Exxon na. Het idee van data als de nieuwe olie heeft er weer een paar dimensies bijgekregen. Vijfendertig jaar na de oprichting in 1976 kon dit voor Steve Jobs en zijn Apple, dat ook wel eens op de rand van faillissement had gebalanceerd, geen mooiere kroon op het werk zijn.

Van Graphical naar Natural User Interface

Where do you want to go today met information at your fingertips. Apple maakte de combinatie van deze Microsoft-slogans werkelijkheid. Op slag waren schermdevices en apps de nieuwe norm in het huidige post-pc-tijdperk. Niet dat er geen nieuwe pc’s en laptops meer worden gemaakt en verkocht. Maar lang niet meer zoveel als vroeger. Toetsenbord, muis en vensters – de WIMP-GUI van Xerox uit 1973 (Window, Icon, Menu, Pointing Device) – kregen opeens stevige concurrentie van Natural User Interface-ontwikkelingen, die zich nu in sneltreinvaart voltrekken. Niet alleen multi-touch en spraakherkenning maar ook bewegingsherkenners zoals de Kinect van Microsoft. Dat apparaat haalde het Guiness Book of Records met acht miljoen verkochte exemplaren in slechts twee maanden tijd: gemiddeld 133.333 per dag. Met de Kinect kan elke lichaamshouding en beweging een controlfunctie hebben in een digitaal opgebouwde omgeving – zo functioneel, realistisch of bizar als we kunnen bedenken. Van armbeweging tot spraak en oogopslag. Het ideaal van de interfaceloze interface. Medische toepassingen, Facebook-avatars en fantasy-games behoorden tot de eerste Kinect-implementaties.

Wat er mis is met de pc – de visie van Donald Norman

Dit is dus precies wat er mis is met de pc. Desktops en laptops zijn niet direct en intiem genoeg. In het post-pc-tijdperk gaat het om aansluiten bij onze zintuigen en hogere faculteiten, zoals spraak, lichaamstaal en ultimo natuurlijk denken. Donald Norman was de eerste ter wereld die zich User Experience Architect mocht noemen, en toevallig bij Apple Computer. In 1998 hield hij een vurig pleidooi voor The Invisible Computer in zijn gelijknamige boek. De pc’s van toen zette Norman meedogenloos als volgt neer. De citaten hieronder zijn te expressief om niet voor zichzelf te laten spreken:

What’s wrong with the PC? Everything. Start with the name. The Personal Computer is neither personal nor is it used to do much computing. Mostly, it is used for writing, reading, and sending things to one another. Sometimes it is used for games, entertainment, or music. But most of the time it is using us. When I prowl the halls of my workplace, a common sight is that of people on their hands and knees in front of their computer. No, not praying, but installing new things, rebooting, checking the cable connections, or otherwise just plain muttering under their breath. The personal computer isn’t very personal. It’s big and clumsy, sitting there on the desk, occupying space, requiring more and more time to maintain, requiring lots of help from one’s family, friends, and neighbors. Rather than being personal, friendly, and supportive, it is massive, impersonal, abrupt, and rude.

De pc zelf is één zogeheten end-user-computing-probleem. Aparte elegante Information Appliances zijn volgens Norman de oplossing. In het post-pc-tijdperk kunnen we daar te kust en te keur over beschikken dankzij een overdaad aan apps in online-winkels. Indertijd moest je Donald Norman ook vooral niet praten van pc-software. Typische pc-applicatiesuites met logge tekstverwerkers, spreadsheets enzovoort zijn voor hem één grote verschrikking:

With today’s PC, we buy the hardware, the computer, in order to support computer programs, also known as “applications.” Applications: what a terrible term. What a terrible concept. Applications have little to do with the tasks that people are attempting to accomplish. Look. We don’t do word processing: we write letters, or memos, or reports, or notes to ourselves. Some of us write books. I do not want to go to my computer to do word processing. I don’t want to go to my computer at all. What I do want is to be able to write, with a tool that fits my needs. When I write, I need some way of getting my ideas onto paper or screen, some way of reviewing them, of outlining and restructuring. I need to be able to incorporate notes I have made and sometimes drawings or photographs.

Wat we in feite willen, is niet meer dan een stel taken verrichten, die met elkaar verband houden. In Normans tijd bij Apple was Activity Based Computing daarop gericht. Maar, zegt Norman, wat mij betreft dan vooral wel graag met zo min mogelijk C: probeer de activiteiten nou eens niet te benaderen vanuit de (personal) computer. Ga nou gewoon uit van dat wat we concreet willen doen en zorg dat de app(liance)s precies op die taken berekend zijn. Het beste kunnen we eigenlijk maar helemaal opnieuw te beginnen, want de computerindustrie is toch niet in staat om het pc-niveau te ontstijgen:

The computer industry is stuck in a rut from which it can’t escape. Its very success has driven it further and further down a path of no return. Its business strategy is caught in the endless loop of added features, continual upgrades, and as a result, ever increasing complexity and every increasing help systems aimed at coping. The only way out is to start all over.

There are many hurdles in the way of information appliances, but the goal is worth it: devices that fit the person, that fit the task. Devices that are easy to use, not only because they will be inherently simpler, but because they fit the task so well that to learn the task is to learn the appliance. But before we can have this new world, the companies in the computer industry must come to realize that they are trapped in a vicious cycle of ever-increasing complexity. The PC has gotten itself into a deadly cycle from which there is no escape. It is time to start over again.

Weg met de traditionele pc en weg met de applicatiesuites. Begin maar eens helemaal opnieuw. Op de IIT Design Research Conference van mei 2010 hintte Donald Norman met groot gevoel voor zelfspot als volgt naar de succesvolle weg die Apple insloeg na de terugkeer van Steve Jobs in 1997:

You know what Steve jobs did when he arrived? He fired all of us! And guess what resulted? Better products! Which have revolutionized the way we use machines. And he fired the usability groups as well.

Wat er mis is met de eerste post-pc-devices

Kennelijk konden ook bij Apple de design- en usability-specialisten indertijd onvoldoende out-of-the-box denken en doen, vast als ook zij zaten in het pc-paradigma. Maar betekent dit nu, dat Norman de huidige generatie schermdevices en hun apps – de softwarevariant van zijn Information Appliances – omarmt als de beslissende nieuwe stap in de richting van zijn Invisible Computer-ideaal? Helemaal niet. Integendeel. Hier volgen een paar ongezouten oordelen van Donald Norman en Jakob Nielsen, die in 1998 de Nielsen Norman Group in het leven riepen om zich te wijden aan usability. Naar hun mening hebben we met de nieuwe schermdevices één stap naar voren gezet, maar tegelijkertijd ook twee stappen terug:

The new applications for gestural control in smart cellphones (notably the iPhone and the Android) and the coming arrival of larger screen devices built upon gestural operating systems (starting with Apple’s iPad) promise even more opportunities for well-intended developers to screw things up. […] There are no standards and no expectations.

The true advantage of the Graphical User Interface was that commands no longer had to be memorized. Instead, every possible action in the interface could be discovered through systematic exploration of the menus. Discoverability is another important principle that has now disappeared. Apple specifically recommends against the use of menus. Android recommends it, even providing a dedicated menu key, but does not require that it always be active. Moreover, swipes and gestures cannot readily be incorporated in menus. So far, nobody has figured out how to inform the person using the app what the alternatives are.

Gestural systems do require novel interaction methods. Indeed, this is one of their virtues: we can use the body. We can tilt and shake, rotate and touch, poke and probe. The results can be extremely effective while also conveying a sense of fun and pleasure. But these interaction styles are still in their infancy, so it is only natural to expect that a great deal of exploration and study still needs to be done. […]

The new devices are also fun to use: gestures add a welcome feeling of activity to the otherwise joyless ones of pointing and clicking. But the lack of consistency, inability to discover operations, coupled with the ease of accidentally triggering actions from which there is no recovery threatens the viability of these systems.

We urgently need to return to our basics, developing usability guidelines for these systems that are based upon solid principles of interaction design, not on the whims of the company human interface guidelines and arbitrary ideas of developers.

Conclusie

Allemaal prachtig dus, die schermdevices, maar wees om te beginnen consistent en baseer je op fundamentele usability-kennis. Die wordt nu veel te veel genegeerd. Dat is de boodschap van Norman en Nielsen. Moderne topdesigners als Josh Clark zijn dezelfde mening toegedaan. Prima, zulke corrigerende geluiden, maar van de pc en zijn ontwikkeling weten we, dat je de praktijk niet zo maar even verandert. Information at your fingertips en andere user experiences zullen de komende jaren nog flink evolueren, maar één ding staat vast. Met de iPhone, de iPod Touch, de iPad, de verschillende Android-toestellen, Windows Phone, Windows 8, de Kinect en alle klonen die op basis daarvan nog zullen volgen, zijn we definitief het post-pc-tijdperk binnengetreden. De beweging is die van GUI naar NUI, maar zonder de goede GUI-dingen weg te gooien. Stap 1 in dit traject is multi-touch voor de massa, vergezeld van de aanzet tot app-ecosystemen: de softwarevariant van de functionele Information Appliances die Norman in 1998 in de plaats wilde stellen van de door hem beleefde pc-verschrikking.

Naschrift

Als we de start van het post-pc-tijdperk kunnen karakteriseren als mobiele information at your fingertips, dan kunnen we zeker teruggaan naar 1982 om de roots van multi-touch in digitale elektronica te zien. Bijvoorbeeld via de dissertatie van Wayne Westerman, mede-oprichter van het begin 2005 door Apple aangekochte FingerWorks. Dat zegt Microsoft Principal Researcher, componist, verzamelaar en multi-touch-historicus Bill Buxton. In 1984 ontwikkelden Buxton cum suis een digitale muziek-touchpad. Het was hetzelfde jaar, waarin Apple de Graphical User Interface op de Macintosh populariseerde. Altijd duurt het een paar decennia, voordat een technologietrend daadwerkelijk doorbreekt. In dat verband spreekt Buxton over The Long Nose of Innovation en dat heeft niet alleen met tijd te maken. Toen Steve Jobs in 2007 met de iPhone kwam, was Steve Ballmer net iets eerder met de Microsoft Surface multi-touchtafel. Allemaal haasje-over en een lange neus naar elkaar trekken. Zo zal het blijven gaan – zeker met de hypercompetitieve digitale innovatie die het post-pc-tijdperk ongetwijfeld nog in petto heeft.

Jaap Bloem
Research Director Sogeti/VINT bij Sogeti/VINT

Jaap Bloem is in IT since the PC and now a Research Director at Sogeti/VINT. In his days at KPMG Consulting he co-founded the IT Trends Institute. Jaap was a publisher of IT books and editor in chief of IT magazines at Wolters Kluwer. Before coming to VINT, Jaap was the Marketing Executive for the Dutch Chapter of ISOC, the Internet Society. Jaap has co-authored many books and articles, and loves to develop and evangelize ground-breaking thought and insight together with colleagues and partners. Jaap Bloem is in augustus 2018 overleden.

Categorie
Tags

8 Reacties

    JaapBloem

    Bakken met apps = 10 miljoen in 2020 en >182 miljard downloads in 2015. Laatste cijfer van IDC.


    11 augustus 2011 om 14:09

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!