Economisch weerbericht (117): De kracht van kennis als leidend principe

22 januari 2011, 12:39

Waar we kennis vandaan moeten halen en wat we ermee moeten, is eigenlijk altijd één grote vraag geweest. Zeker wanneer het aankwam op de praktijk. Uit Genesis kennen we de boom der kennis van goed en kwaad, maar net zo makkelijk hebben we het over bron der kennis en zelfs over de bron van alle kennis. In Plato’s Philebus zegt Socrates wijze woorden over kennis als het hoogste goed: vergeet kennis als zodanig, waar het om gaat, is een mix van plezier en kennis. Bij Horatius werd dat later “miscere utile dulci” en “prodesse et delectare”, synoniem met het “nut of lering, ende vermaeck” dat we vanaf de 17de eeuw tot heden in de Lage Landen kennen. Om het nuttige met het aangename te verenigen hebben we in onze digitale tijd ten minste onze statische bodies of knowlege (xBOK) verrijkt met de dynamiek van hyperlinks. Dat is belangrijk, omdat die de nodige dwarsverbanden leggen tussen kennissilo’s en hun onderdelen, en daarmee een deel van hun rigiditeit opheffen.

De boom der kennis verwijst naar hiërarchie als centraal principe en het beeld van de bron naar een in het beste geval onuitputtelijke stroom: eerst een beekje, dan een rivier en uiteindelijk in positieve zin een “mer à boire”. Meer dan u op kunt, laaf u naar hartelust. Boom en stroom zijn complementair, maar allebei ontkennen ze de rol van de mens. Tegenwoordig kijken we op een integrale manier naar kennis. Inbegrepen is de inkadering, die we kennen van de boom der kennis en van bodies of knowledge, maar ook de mix van Socrates en Horatius zit erin plus het concept van fluïditeit, het “panta rhei” (alles stroomt) van de presocraat Heraclitus. Voeg daarbij de mens en zijn context als de maat der dingen (Protagoras) plus het klankbordkarakter en absorptievermogen van kennis, en we zijn compleet. In hun boek Working Knowledge: How Organizations Manage What They Know (1988) komen Davenport en Prusak met een vrij complete moderne kennisopvatting:

“Knowledge is a fluid mix of framed experience, values, contextual information and expert insight that provides a framework for evaluating and incorporating new experience and information. It originates and is applied in the mind of knower’s. In organisations, it often becomes embedded not only in documents or repositories but also in organisational routines, process, practices, and norms.”

Dat mag zo zijn, maar in de praktijk hebben organisaties altijd moeite met de integrale cyclus van kennis vergaren, vastleggen, exploiteren en uitbouwen. Kennis is een boom en een stroom, maar afkomstig van mensen, die er ook nog eens verder mee moeten kunnen werken. Door de tijd heen zijn dat steeds weer andere soortgenoten. Vandaar dat het handig is om van alles vast te leggen, maar alsjeblieft niet alleen in silo’s of statische bodies of knowledge.

Concurrentieel voordeel kon en kan worden behaald door kennis zoveel mogelijk te beschermen met octrooien en patenten. Een onderneming bouwen op bedrijfsgeheim en de verkoop van licenties kan nog steeds heel een heel profijtelijke business zijn. Maar in de historische openheid van de Digitale Economie is kennis ter beschikking stellen en overal vandaan halen (denk aan open source, open innovatie, user-led innovatie, crowdsourcing, cognitief menselijk surplus) ook een beproefd en in toenemende mate populair principe. Het kan in alle openheid worden toegepast of juist naast een gesloten systeem van kennis, processen, producten en diensten, dat in eigen beheer of samen met partners wordt geëxploiteerd.

In zijn boek Puzzles, Problems, and Enigmas: Occasional Pieces on the Human Aspects of Science (1981, 2010) schetst Ziman het bovenstaande beeld van de manier waarop de kennisdynamiek werkt in Big Science, gebruiker en producent van kennis bij uitstek. Indachtig de kerncombinatie van Science, Technology & Innovation (Oslo Manual, 1992, 1997, 2005) kan deze plaat worden toevertaald naar organisaties. Substitueer product of dienst voor de omgang met het apparaat en maak van de wetenschapper een ondernemer. Community staat dan voor het ecosysteem van partners en afzetmarkt.

Het overgrote deel van wetenschappelijke activiteit, zegt Ziman in ’81, is principieel een intensieve sociale aangelegenheid, iets dat tegenwoordig ook voor organisaties algemeen geaccepteerd is. Dat komt door hoe we in het digitale tijdperk kennis en de processen daaromheen moeten beschouwen. Vanwege Big Data, afkomstig van complexe “apparaten” die interacteren met communities, is het paradigma van “kennis is macht” afgelost door “de (hefboom)kracht van kennis”. Wat “kracht” betreft: in 1976 sprak Ziman in zijn boek The Power of Knowledge: The Scientific Dimension of Society ook al over de ontwikkeling van Big Science in goed georganiseerde teams; dit in navolging van Weinberg (1961) en De Solla Price (1963). Nu we overal te maken hebben met Big Data dringt de relevantie voor moderne ondernemingen zich eens te meer op.

Met name de input vanuit communities (het ecosysteem van partners en afzetmarkt) is een substantieel vormende factor. Kennis op zich staat niet meer gelijk aan macht. We zouden kunnen zeggen, dat het delen van kennis nu macht is, maar dat is ongepast vanwege de clash tussen de dynamiek van delen en het statische karakter van macht. Laten we het daarom zo formuleren: de hefboomwerking van gedistribueerde kennis is wat haar tot een beslissende kracht maakt. In organisatieverband met name, omdat kennis snel veroudert, terwijl het datavolume hand over hand toeneemt. Weliswaar minder volumineus en snel dan in de wetenschap, maar daar staat aan de organisatiekant de time-to-market- en diversificatiedruk tegenover. De hefboomwerking van gedistribueerde kennis als beslissende concurentiekracht is een belangrijk leidend principe, honderd jaar na de verschijning van Taylors historische The Principles of Scientific Management (1911), over de manier waarop toenmalige producenten hun processen zouden moeten managen op basis van wat ze (kunnen) weten.

Jaap Bloem
Research Director Sogeti/VINT bij Sogeti/VINT

Jaap Bloem is in IT since the PC and now a Research Director at Sogeti/VINT. In his days at KPMG Consulting he co-founded the IT Trends Institute. Jaap was a publisher of IT books and editor in chief of IT magazines at Wolters Kluwer. Before coming to VINT, Jaap was the Marketing Executive for the Dutch Chapter of ISOC, the Internet Society. Jaap has co-authored many books and articles, and loves to develop and evangelize ground-breaking thought and insight together with colleagues and partners. Jaap Bloem is in augustus 2018 overleden.

Categorie
Tags

7 Reacties

    Pina

    Superblog


    22 januari 2011 om 16:15
    JaapBloem

    Oeps, vergeef deze falende mens: “The Force of Knowledge” moet het zijn, niet “The Power of Knowledge”. Hoorde Ziman zich vannacht knarsetandend omdraaien in zijn graf, vandaar. Maar Force is nog mooier dan Power als het op kracht aankomt 😉


    24 januari 2011 om 07:09
    Martijn van der Plaat

    Vergeet de quote van Einstein niet: “Imagination is more important than knowledge”. Kennis (delen) is leuk en creeert een voedingsbodem voor het vergroten van kennis, maar het daadwerkelijk vergroten van onze kennis is vervolgens alleen mogelijk door creativiteit en verbeeldingskracht.


    24 januari 2011 om 09:31
    JaapBloem

    @Martijn: ja en nee. In deze tijd van Big Data gaat het vooral ook om daarvan soep proberen te maken. Nieuwe methoden voor sampling en nieuwe manieren van filteren analyse is waarde aandacht naar uit gaat. Natuurlijk vergt dat de nodige verbeeldingskracht & creativiteit. We zijn grensverleggend bezig.


    24 januari 2011 om 16:41

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!