Belgedrag van de Europese Consument

Ik ben al geruime tijd fan van AG Rapportenservice. Alhoewel niet altijd even aktueel, blijft het een uitstekende bron van rapporten uit binnen- en buitenland. En via de RSS-feed blijf ik prima op de hoogte van de recent toegevoegde rapporten. Zo werd ik deze week geattendeerd op het al wat oudere rapport van Eurostat (Europese Commissie).

Meest interessante uit dit rapport waren de cijfers over het aantal telefoonaanlsuitingen en belgedrag van Europese consumenten. Zo blijkt dat het aantal mobiele telefoonaansluitingen in de EU 27 tussen 1996 en 2005 maar liefst 14 keer toe nam. Van 7 aansluitingen per honderd inwoners in 1996 naar 96 in 2005. Dertien lidstaten hadden in 2005 meer dan 100 mobiele abonnees per honderd inwoners. Luxemburg (158), Litouwen (127), Italië (122), Tsjechië (115) en Portugal (111) registreerde de meeste abonnees en Roemenië (62), Polen (76), Frankrijk (77) en Bulgarije (80) de minste.

Daartegenover nam het aantal vaste telefoonlijnen per honderd inwoners in de EU in diezelfde periode slechts licht toe : van 43 aansluitingen per honderd inwoners in 1996 tot 48 in 2005. Het patroon verschilde sterk per lidstaat. In twaalf lidstaten nam het aantal vaste aansluitingen af, terwijl het in veertien lidstaten toenam en in één gelijk bleef. Duitsland (67), Denemarken (61), Frankrijk (58) en Zweden (58) hadden de meeste aansluitingen terwijl Roemenië (20), Slowakije (22), Litouwen (23), Tsjechië (31) en Polen (31) per honderd inwoners het minste aantal registreerde.

Belgedrag

In 2006 had 18 procent van de huishoudens in de EU 25 wel een mobiele telefoon maar geen vaste lijn. Deze verhouding varieerde echter enorm tussen de lidstaten. Zweden (0 procent), Malta (3 procent), Nederland (4 procent) en Luxemburg (8 procent) hadden alle een percentage onder de 10 procent. Terwijl Litouwen (48 procent), Finland (47 procent), Tsjechië (42 procent) en Letland (40 procent) cijfers lieten zien van of boven de 40 procent.

Het gemiddelde gebruik van de mobiele telefoon liep sterk uiteen onder de lidstaten in 2004. Zo belde een Pool 1,2 minuten per dag, een Luxemburger 1,3 minuten en een Duitser 1,6 minuten terwijl in Cyprus (6 minuten), Finland (5,3 minuten) en Frankrijk (4,2 minuten) het belgedrag een stuk hoger lag.