PICNIC ’07: Publieke middelen investeren in de kwaliteit van de virtuele publieke ruimte?

26 september 2007, 13:13

Tijdens het PicNic partnerevent Quality Time van het Stimuleringsfonds Culturele Omroepproducties discussieerde een team van (inter)nationale experts, bestaande uit Katie Salen (Gamelab Institute of Play, USA), Matt Adams (Blast Theory, UK), Ferhan Cook (Any Screen Productions, UK) en Michel Mol (NPO, NL) over de manieren waarop crossmediale en online projecten met een culturele of maatschappelijke insteek te financieren zijn. Het riep voor mij de vraag op of de kwaliteit van de virtuele publieke ruimte voor een deel bewaakt en gefinancierd zou moeten worden uit publieke middelen.

Wie is er verantwoordelijk voor de kwaliteit van de inhoud van het digitale domein? Kunnen we dit overlaten aan de vraag van de markt en hetgeen marktpartijen aanbieden? Of is er ook behoefte aan maatschappelijk of cultureel ‘verantwoorde’ omgevingen en inhoud die los van een grote autonoom bestaande vraag toch worden aangeboden? Moet OC&W bijvoorbeeld een schouwburg in HABBO Hotel financieel ondersteunen waar dingen worden aangeboden die niet direct aan de smaak van de massa tegemoet komen, maar die we (wellicht) toch belangrijk genoeg vinden om er in te investeren?

In de discussie kwam naar voren dat de meeste met publiek geld gefinancierde projecten in het digitale domein dicht tegen de publieke omroep aanhangen. In het huidige Nederlandse bestel financieren de fondsen en de omroepen met name projecten die vanuit een ‘tv-optiek’ worden gestart. Volgens Michel Mol is dit niet alleen een kwaal van de ‘oude media’ denkers, maar ook een logisch gevolg van het op zoek zijn naar een voldoende massamediaal bereik om het gebruik van publieke middelen te rechtvaardigen. Matt Adams betoogde dat ook in Engeland de publieke omroepen nog steeds vooral vanuit massamedia en tv content denken, digitale en crossmediale projecten krijgen vooral vorm als bijproducten van televisieprogramma’s. Dit staat niet in verhouding meer tot het mediagebruik van mensen, zeker niet als wordt gekeken naar het mediagebruik van jongeren en de wensen en verwachtingen die zij hebben van media die ze tot zich nemen.

Ook andere problemen bij het financieren van digitale en crossmediale projecten passeerden de revue. Ferhan Cook bracht in dat een televisieprogramma een of meerdere keren wordt uitgezonden, waarna de productie klaar en afgelopen is. In het digitale domein gebeuren andere dingen. Gebruikers voegen zelf content toe, er ontstaan netwerken, er is sprake van interactie, er kan een archief functie zijn. Welke verantwoordelijkheid heeft een maker om een dergelijke omgeving in leven te houden? Moet een project op enig moment aan de gebruikers worden overgegeven om zelfstandig verder te gaan of een zachte dood te sterven? Hoe meet je de sociale waarde van een dergelijke omgeving of project en is het een publieke taak om dergelijke omgevingen te faciliteren?

Volgens Mol kunnen de verantwoorde projecten in ieder geval niet zonder de marketingkracht van een massamedium als (publieke) televisie.

Kate Salen denkt dat makers van dit type cultureel en maatschappelijk verantwoorde content en omgevingen op een kleinere schaal moeten gaan denken. Het digitale domein brengt een steeds grotere fragmentatie. Makers moeten geen megalomane publieke projecten op willen zetten, maar wellicht gaan ontwikkelen voor veel kleinere specifieke doelgroepen, waar dan ook kleinere budgetten tegenover staan.

Sunny Bergman, regisseur van de documentaire Beperkt Houdbaar en de daaraan gekoppelde site vroeg aan het forum hoe zij dachten dat de site gefinancierd zou kunnen worden. Grote adverteerdes betrekken lijkt haar gezien het onderwerp van de site en de gevoeligheid van het onderwerp een probleem. Matt Adams stelde voor om een bedrijf als Dove, als initiator van The Campaign for Real Beauty, aan te zoeken als sponsor. In het huidige tijdsgewricht waarin bedrijven steeds meer aandacht (zeggen te) hebben voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en handelen kunnen bedrijven goede partners zijn in dit type sites en omgevingen.

Eindconclusies van het debat waren geen sweeping statements met oplossingen. De wereld is in beweging, naar business modellen voor cultureel en maatschappelijk verantwoorde content en omgevingen wordt naarstig gezocht.

Antoinette Hoes is interactive strategy director & managing partner bij Leylines, een onafhankelijk bureau voor interactieve strategie & online PR en mediainzet. Ze geeft cursussen new media management bij het Post HBO programma van het Centrum voor Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Zij is geïnteresseerd in online communities & what makes them tick, games, AI en alle mogelijke mooie manieren van online met klanten interacteren. Leylines helpt organisaties en merken hun doelstellingen te realiseren met het inzetten van: Interactieve strategie Geintegreerde interactieve media en middelenstrategie Mediaplanning & Media-inkoop Online PR & seeding Campagne Management & Optimalisatie "We're in an information economy. They teach you that at school. What they don't tell you is that it is impossible to move, to live, to operate at any level without leaving traces, bits, seemingly meaningless fragments of personal information. Fragments that can be retrieved, amplified." (Gibson, 1988: 30)

Categorie
Tags

Marketingfacts. Elke dag vers. Mis niks!